De ongeneeslijke romanticus

“Ik weet niet meer wie ik ben.” Verity, een vrouw van middelbare leeftijd met verwarde haren en diepe groeven in haar sterk vermagerde gezicht zit in kleermakerszit op haar ziekenhuisbed in een psychiatrische inrichting wanhopig om zich heen te kijken. Ze beseft eindelijk dat er iets grondig met haar is misgegaan. Nog niet zolang daarvoor was ze een mondaine, Londense societygastvrouw, levend van bal naar opera naar Wimbledon, met vier kinderen en een naar ze dacht goed huwelijk. Tot haar man meedeelt niet meer gelukkig te zijn en verhuist naar zijn buiten in Kent. En nee, verzekert hij haar, er is geen ander. Die is er natuurlijk wel, snapt de lezer van haar verhaal en snapt ze zelf, en het was wellicht handiger geweest als hij dat gewoon had gezegd. De ontkenning – die ze ervaart als een belediging van haar intelligentie – brengt haar tot haar ontsporende gedrag. Met verrekijker, afluisterapparatuur, camera en gehuld in veldtenue houdt ze ’s nachts in de omgeving van zijn huis de wacht en komt achter de onvermijdelijke feiten van de jonge en mooie ander. Ze blijft vervolgens obsessief doorgaan met spioneren: “Ik kon er geen weerstand aan bieden, het werd morbide.” En zo belandt ze uiteindelijk met een klinische depressie in de inrichting, waar de Britse psycholoog en schrijver Frank Tallis haar therapeut is.

Tallis heeft haar verhaal opgenomen in zijn meest recente non-fictie boek De ongeneeslijke romanticus. Het boek bevat waargebeurde verhalen van patiënten van Tallis die ieder op hun eigen manier zo ernstig leden aan de gevolgen van verliefdheid dat hulp van een therapeut geboden was. Ze werden er letterlijk gek van.

Waar ligt de grens tussen normaal en abnormaal als het gaat om emoties als verliefdheid, liefdesverdriet en jaloezie? Wanneer gaat ‘gewoon’ lijden over in waanzin? Het zijn geen gemakkelijke vragen omdat verliefdheid, zoals al sinds de oudheid met regelmaat verzucht wordt, sowieso verraderlijk op waanzin lijkt. Het buiten proportie idealiseren van de geliefde, het obsessieve beslag dat verliefdheid op de aandacht van de verliefde legt, de verscheurende pijn van de afwijzing: vroeg of laat krijgt iedereen wel een keer te maken met de heftige ontregeling van het gezonde verstand die daarmee gepaard gaat. Het maakt het ook gemakkelijk voor te stellen dat de overgang naar waanzin een kwestie van gradatie is: een tikje meer achterdocht, een tikje meer jaloezie, en ja, dan sta je al snel met je verrekijker bij het huis van je ex te posten.

In de verhalen van Tallis nemen de ontregelingen van het gezonde verstand niet alleen de vorm aan van jaloezie en obsessies maar ook van wanen en verslaving.

Een liefdeswaan treft Megan, als ze uit een narcose ontwaakt bij haar tandarts. Ze kijkt hem aan, hij haar en op dat moment overvalt haar de onwrikbare zekerheid dat zij hartstochtelijk verliefd op hem is en hij niet minder op haar. Hoewel ze al twintig jaar gelukkig getrouwd is, de tandarts een gezin heeft en Megan niemand verdriet wil doen, wordt het gescheiden leven van haar geliefde een foltering. Dat de tandarts in alle toonaarden iedere verliefdheid ontkent, heeft geen enkele invloed op haar overtuiging. Zelfs niet als hij, voor een belangrijk deel gemotiveerd door de behoefte aan haar voortdurende gestalk te ontkomen, met zijn gezin naar Dubai vertrekt om daar een nieuw leven te beginnen.

Een verwoestende verslaving is het lot van Ali. Deze vader van vier kinderen zet zijn huwelijk op het spel en brengt het familiebedrijf dat hij leidt financieel aan het wankelen door handenvol geld aan ontelbare (hij schat het op drieduizend) escorts uit te geven. Seks is voor hem niet de drijfveer maar een middel om in de buurt van mooie meisjes te komen en ze vervolgens het hof te maken met dure cadeaus, etentjes, fantaseren over een toekomst en zelfs het bekijken van huizen. “Waar het om gaat is niet dat ik op hen verliefd wordt. Waar het om gaat is dat zij op mij verliefd worden.”

Tallis is een geboren verhalenverteller die naast zijn non-fictie ook regelmatig fictie schrijft. Hij verwierf vooral bekendheid met de in het Wenen van Freud gesitueerde thrillerserie rond psychiater Max Liebermann. Over het schrijven van deze serie zei hij ooit in een interview: “ik heb vaak het gevoel dat als ik fictie schrijf ik eigenlijk psychologie bedrijf op een andere manier.”

Met evenveel recht zou je de uitspraak kunnen omdraaien: als Tallis non-fictie schrijft vertelt hij in feite verhalen op een andere manier. In zijn patiëntenverhalen verwerkt hij met aangenaam gemak observaties uit de evolutieleer, de psychoanalyse, de psychologie, de neurologie en de geschiedenis. Dat levert niet per se nieuwe inzichten op, maar dat pretendeert hij ook niet en het is niet belangrijk. De ongeneeslijke romanticus drijft vooral op Tallis’ onderhoudende vertelkunst en op de universaliteit van het onderwerp. Tallis: “Eén miniem vonkje seksuele aantrekkingskracht kan een vuur doen opvlammen dat in staat is ons te verteren. Deze neiging is bij ieder van ons latent aanwezig.”

 

Frank Tallis: De ongeneeslijke romanticus – en andere verontrustende onthullingen van een psychotherapeut

Uit het Engels vertaald door Laura van Campenhout

Atlas Contact; 272 pagina’s; € 19,99

ISBN 9789045036625