Mensen zijn van nature gezelschapsdieren die zo’n tachtig procent van hun wakende tijd met andere mensen doorbrengen. Dat is niet alleen gezellig maar ook nuttig. “Als iemand tienduizenden jaren geleden door zijn medemensen uit de groep werd gegooid, was dat zijn doodvonnis,” schrijft de Duitse neuroloog Manfred Spitzer in zijn recent verschenen Eenzaamheid. “Want jagen op grote dieren en het verjagen van roofdieren is voor mensen alleen mogelijk in een gemeenschap.”
Met het verdwijnen van de noodzaak ons groepsgewijs te voeden en beschermen zijn we de noodzaak van een hechte gemeenschap een beetje uit het oog verloren. En dat, betoogt Spitzer, is niet alleen ongezellig maar ook funest voor onze gezondheid.
Spitzer trok in zijn eerdere boeken, Digitale dementie (2012) en Digiziek (2016), van leer tegen overmatig mediagebruik, vanwege de schadelijke gevolgen voor het functioneren van onze hersenen en onze fysieke gezondheid. Bovendien kon het de pest zijn voor je sociale leven en de kans op eenzaamheid vergroten. Dat laatste aspect heeft hij in zijn nieuwste boek uitgewerkt, zij het dat de toenemende eenzaamheid in de samenleving niet exclusief aan de digitalisering wordt toegeschreven. Spitzer signaleert een ‘trend richting leven in enkelvoud’: huishoudens worden gestaag kleiner, daarmee ook de huizen die gebouwd worden en de porties waarin voedingsmiddelen verkocht worden, je gaat sneller voor de tv zitten dan naar de kroeg, huwelijken lopen gemakkelijk stuk, éénoudergezinnen en éénkindgezinnen nemen hand over hand toe, de verstedelijking leidt tot lagere geboortecijfers en de sociale media brengen mensen niet samen maar lijken vooral te leiden tot een toenemende ontevredenheid. Kortom: de moderne samenleving is een vruchtbare voedingsbodem voor een wildgroei van eenzaamheid.
Spitzer is uiteraard niet de eerste die dat constateert, en ook niet de eerste die vaststelt wat dat voor onze gezondheid betekent. Hoe schadelijk een tekort aan menselijk contact voor de gezondheid kan zijn, werd halverwege de vorige eeuw al duidelijk, toen onderzoekers het hoge sterftecijfer in weeshuizen onderzochten: kinderen die qua voeding, kleding en hygiëne prima verzorgd werden maar geen affectie van de verzorgers kregen, bleken in rap tempo te verpieteren, vaak met de dood als gevolg. Die constatering leidde tot talloze onderzoeken, met steeds dezelfde conclusies: baby’s zonder sociale verbindingen redden het niet, en ook later in het leven leidt eenzaamheid tot een kortere levensduur. Sociaal contact is een evolutionair bepaalde basisbehoefte van de mens en het niet bevredigen daarvan, eenzaamheid, geeft chronische stress, waardoor het immuunsysteem onderdrukt wordt en de kans op infectieziektes en kanker toenemen.
Net als in zijn vorige boeken bedelft Spitzer ook in Eenzaamheid de lezer onder een vracht aan resultaten van uiteenlopende onderzoeken van de afgelopen decennia en verbindt die met de even krachtige als alarmerende conclusie dan eenzaamheid vele malen schadelijker is voor onze gezondheid dan roken, alcohol, overgewicht of een gebrek aan beweging.
Het is voor de lezer best lastig de weg te vinden in al die onderzoeksgegevens en te beoordelen of de diverse onderzoeken wel hetzelfde meten, niet bij te verschillende groepen mensen zijn onderzocht en of ze wel alle factoren die onze gezondheid bepalen in beschouwing hebben genomen. Het is kortom moeilijk te bepalen of de precieze claims van Spitzer kloppen, maar in grote lijnen lijkt zijn bewering te staan als een huis: eenzaamheid is niet goed voor de gezondheid en bekort de levensverwachting.
Het doel van Spitzers betoog over de concrete gezondheidsschade van eenzaamheid is om het bestrijden ervan als punt van zorg op de maatschappelijke agenda te krijgen. Dat is, in een tijd waarin individualisme hoogtij viert, een terechte oproep, al is zijn argument niet het meest voor de hand liggende. Anders dan bij andere gezondheidsrisico’s als roken, drinken, schranzen en lui in een stoel hangen is niemand eenzaam voor zijn plezier. Wie te kampen heeft met eenzaamheid heeft weinig aan een oproep daarmee op te houden met de belofte van wat meer levensjaren. Om hem van zijn eenzaamheid te verlossen heeft hij de inzet van anderen nodig. Die anderen zullen niet direct uit hun stoel komen als ze beseffen dat de statistische kans op ziektes van hun eenzame medemens verhoogd is. Hopelijk wel als ze beseffen hoe diep en pijnlijk het lijden is dat eenzaamheid veroorzaakt.
Manfred Spitzer: Eenzaamheid – De impact van sociaal isolement
Uit het Duits vertaald door Mara van Duijn
Atlas Contact; 256 pagina’s; € 22,99
ISBN 9789045036571