Thomas Melle is 24 jaar oud en student vergelijkende literatuurwetenschappen in Berlijn, als hij wordt getroffen door zijn eerste manische episode. Vrijwel van het ene op het andere moment slaan zijn gedachten op hol en stormt hij de straat op in de overtuiging dat er ergens een feest georganiseerd wordt en dat het wachten op hem is. Hij probeert al rennend auto’s in te halen, merkt op dat etalages gezichten zijn die naar hem knipogen, dat affiches en reclameborden hem aanwijzingen geven, ook al snapt hij ze nog niet helemaal, en dat het in de wereld eigenlijk allemaal om hem draait. De euforie waarmee hij door rode stoplichten rent slaat om in paniek als hij langs een boekwinkel komt waarvan de boeken hem lijken te bedreigen, er een storm van letters vol dreigementen en verwijten over hem heen komt en de affiches hem niet meer aanmoedigen maar bespotten.
Euforie en paniek blijven elkaar afwisselen in de drie maanden die volgen. Zijn paranoia groeit uit tot een allesomvattend wereldbeeld en de overtuiging dat hijzelf de messias is die de wereld moet redden. Bezorgde vrienden zien erop toe dat hij korte tijd opgenomen wordt, pillen krijgt, en weer bij zinnen komt. En dan volgt de depressie.
In Met de wereld in de rug beschrijft de Duitse schrijver Thomas Melle gedetailleerd de verschillende fasen van de bipolaire stoornis waaraan hij lijdt. Hij is zeker niet de eerste die dit doet, maar met zijn beeldende taal en nietsontziende zelfontleding is hij wel uniek in de mate waarin hij de lezer meesleurt in zijn manische denkwereld. Dat is niet altijd even prettig – af en toe moet je het boek dichtslaan om weer even op adem te komen in je eigen wereld – maar het is zonder meer verhelderend.
De medische beschrijvingen van zijn ziekte, met de nadruk op fysieke en erfelijke factoren, op een nog niet helemaal begrepen storm van neuronen in de hersenen die met de juiste medicatie goed te beheersen is, staan mijlenver af van de krankzinnigheid die Melle heeft ervaren. Door hem in zijn tumultueuze reis te volgen begrijp je beter waarom hij na afloop opgelucht zijn oude leven weer oppakt, de versuffende en dik makende medicatie laat staan en met het optimisme van de jeugd denkt dat het definitief achter de rug is.
Tot het hem in 2006 weer gebeurt: ‘Deze keer was het paranoïde wereldbeeld snel aanwezig; ik hoefde alleen maar de jaren geleden uiteengevallen maar wel beschikbare fragmenten weer samen te voegen en ik kon de achtervolgingswaan weer betrekken zoals een leegstaande woning.’
In zijn door wanen vertekende wereld slaapt hij met Madonna, vecht hij met Piccasso en ziet hij Thomas Bernard doodgemoedereerd een Bic Mac staan eten. Hij verhuist voortdurend, vernielt woningen, verkoopt dwangmatig zijn zorgvuldig opgebouwde bibliotheek, maakt torenhoge schulden, raakt dakloos en verliest vrijwel al zijn vrienden. Tijdens zijn depressies, getekend door schaamte over de excessen tijdens zijn manieën, wil hij vooral dood, spaart hij pillen en oefent hij met een in de badkamer bevestigde lus om zijn nek. Er volgt nog een derde periode van waanzin in 2010 en in de windstille periodes tussendoor ziet hij kans carrière te maken als vertaler en succesvol schrijver van romans en toneelteksten.
Inmiddels slikt Melle zijn medicijnen, accepteert hij de bijwerkingen als zijn noodlot en weet hij dat het, ondanks zijn smeulend verlangen naar het leven van voor de ziekte, nooit méér zal worden dan dit. ‘Mijn ziekte heeft me van mijn vaderland beroofd. Nu is mijn ziekte mijn vaderland.’
Thomas Melle: Met de wereld in de rug
Uit het Duits vertaald door Ria van Hengel
Van Oorschot; 318 pagina’s; € 24,99
ISBN 9789028280267