Sorry zeggen..

De Reputatiegroep, een onafhankelijke adviespraktijk voor reputatievraagstukken, stelt jaarlijks een Sorrylijst samen van in de media breed uitgemeten spijtbetuigingen. Op de tweede plaats van de Sorrylijst van 2016 staat premier Rutte, met zijn in augustus aangeboden excuses voor het niet nakomen van verkiezingsbeloften. Het was niet een excuus waarvan het hele land dacht: kijk, daar staat een berouwvol man die nachtenlang in bed heeft liggen woelen over hoe het goed te maken. Men zag vooral een man die met het oog op de volgende verkiezingen zijn leitje wilde schoonpoetsen. Dat het ook anders kan laat de nummer acht op de lijst zien, de Friese Nico Schuurman die naar aanleiding van de zwartepietendiscussie kwetsende teksten over minister Lodewijk Asscher op Facebook plaatste. Zijn op video opgenomen excuses waren zo zichtbaar welgemeend – en werden door Asscher dan ook als ‘sportief’ geaccepteerd – dat hij alom op warme reacties kon rekenen.

Wanneer is een excuus oprecht? De Amerikaanse psychotherapeut Harriet Lerner schrijft in Sorry hoor: “Een goede verontschuldiging bevat de woorden ‘het spijt me’ zonder ‘als’ of ‘maar’ of iets waardoor deze weer ongedaan gemaakt of vertroebeld wordt.” Dat klinkt simpel maar is het zelden. Zo werd Rutte’s ‘sorry’ voor het feit dat hij niet iedere werkende Nederlander de beloofde 1000 euro had gegeven, gevolgd door zijn bezwering dat hij met de beste bedoelingen simpelweg was stukgelopen op de politieke en economische realiteit. Hij had, kortom, gedaan wat hij kon en als hij zijn belofte indertijd gewoon als een doelstelling had geformuleerd, was er eigenlijk niks aan de hand geweest.

Vertroebelde excuses mogen onderdeel zijn van het politieke spel, ze zijn ook schering en inslag in het normale intermenselijke verkeer. Aan de hand van praktijkvoorbeelden laat Lerner zien hoe excuses de mist in kunnen gaan: door bijvoorbeeld subtiel de schuld bij de ander te leggen (‘het spijt me dat mijn woorden jou in het verkeerde keelgat geschoten zijn’), door je excuses als opmaat te gebruiken voor een pittig gesprek (‘sorry dat ik zo uitviel, maar jij maakte het ook wel heel bont’) of door een te licht excuus te bieden voor de situatie (‘sorry dat ik je man versierd heb. Zand erover?’).

Lerner loodst ons in haar vlot geschreven handleiding vaardig door het mijnenveld van de foute excuses naar de simpele formuleringen van een goed excuus, dat beperkt blijft tot ons eigen gedrag, geen voorwaarden stelt en niets terug vraagt. Haar adviezen zijn zonder meer nuttig, maar, constateert ze ook zelf, niet voor iedereen. Er zal altijd een groep geharde non-excuseurs bestaan die liever doodvallen dan hun excuus aanbieden en daar valt weinig aan te veranderen. De tegenhangers van deze non-excuseurs zijn de mensen die voortdurend hun excuus aanbieden, en van wie alle excuses samen lijken neer te komen op één groot ‘sorry dat ik besta’. Schuld en schaamte zijn dan vaak moeilijk uit elkaar te houden.

 

In Onvolmaakt tevreden ontrafelt de Nederlandse psychoanalyticus Frans Schalkwijk beide gevoelens. Schuld en schaamte zijn nuttige gevoelens, aldus Schalkwijk, omdat ze ons op het rechte spoor houden. Kinderen tussen de twee en tien jaar krijgen gemiddeld elke zes tot negen minuten een vermaning van hun ouders en ontwikkelen zo een innerlijke criticus die het eigen gedrag en soms ook de eigen persoon beoordeelt. Zo vormt zich ons zelfbewustzijn. Als het oordeel over wat je doet hard uitvalt leidt dat tot schuldgevoel. Een hard oordeel over wie je bent leidt tot schaamte. Hoe deze voortdurende zelfevaluatie uitpakt hangt af van de aard innerlijke criticus. Heb je een strenge criticus, schrijft Schalkwijk “dan wordt zelfbewustzijn al snel een karig feestje waar je zelf geen gast wil zijn.”

Schalkwijk nodigt ons met zijn heldere analyse uit tot zelfinspectie en put net als Lerner uit eigen praktijk om te laten zien hoe inzicht kan helpen een overdreven strenge innerlijke criticus milder te maken.

 

Schuldgevoelens mogen voor sommige mensen uit de hand lopen, in de meeste gevallen zijn ze goed te hanteren en van grote betekenis voor het evenwicht in de samenleving. Schalkwijk noemt ze de smeerolie in de dagelijkse omgang met anderen. Lerner vindt ‘het spijt me’ zelfs het meest heilzame zinnetje uit onze taal.

Dat geldt natuurlijk niet als het zinnetje strategisch ingezet wordt, maar daarvoor hebben we over het algemeen een goed ontwikkelde intuïtie. Op de jaarlijkse (op internet te lezen) Sorrylijsten van de Reputatiegroep is een kolom gereserveerd voor de publieke waardering van de spraakmakende excuses. Van de vijfenvijftig excuses van de laatste drie jaar konden er maar zes op een positieve ontvangst rekenen.

 

Frans Schalkwijk: Onvolmaakt tevreden – Omgaan met je innerlijke criticus

Boom; 142 pagina’s; € 14,95

ISBN 9789058755629

 

Harriet Lerner: Sorry hoor – Hoe oprechte excuses je relaties kunnen veranderen

Ambo/Anthos; 222 pagina’s; € 19,99

ISBN 9789026336669