De naam van de Nederlandse ontdekkingsreiziger Juan Maria Schuver (1852-1883) zal weinig mensen bekend in de oren klinken. Hij ontdekte ook niet zo veel. In de drie jaar die hij doorbracht in een deel van de Soedan dat nog door geen westerse ogen gezien was, ontdekte hij vooral een grote waterplas, die hij ‘het Haarlemmermeer’ noemde. Na zijn dood bleek al snel dat hij helemaal geen meer had ontdek maar slechts de tijdelijke overstroming van een naburige rivier.
Dat er toch nog iets bekend is over deze ontdekkingsreiziger zonder ontdekkingen, danken we vooral aan de Engelse antropologe Wendy James. Zij stuitte dertig jaar geleden op een publicatie van Schuver en ging, geïntrigeerd, op zoek naar zijn Nederlandse nabestaanden. Dankzij hen vond ze een op een Leidse zolder vergeten doos, gevuld met de brieven, foto’s, kaarten en reisverslagen die Schuver naar zijn familie stuurde.
De vondst leidde tot een tentoonstelling in het Leids Volkenkundig museum in 1997 en tot verschillende publicaties. En zo kon journaliste en historica Fleur van der Bij in 2006, toen ze een onderwerp zocht om op af te studeren, de man ontdekken met wie ze elf jaar lang verknoopt zou blijven. Ze raakte zozeer in de ban van Schuver dat ze niet alleen haar eindscriptie over hem schreef, maar vervolgens besloot in zijn voetsporen door de Soedan te trekken. Haar recent verschenen De Nijl in mij is het verslag van deze reis.
“Wat me het meest boeide aan Schuver,” schrijft Van der Bij, “ was niet zijn leven. Het was zijn dood.” Schuver overleed op eenendertigjarige leeftijd in Meshra el Rek, in Zuid-Soedan. Hij zou aan zijn einde zijn gekomen tijdens een schermutseling om zijn geweer, met een speer in zijn rug als gevolg. Zou, want helemaal zeker is het niet. Zijn lichaam is nooit gevonden en bovendien circuleerden er ook andere geruchten over zijn dood. Van der Bij: “Ik besloot de zaak Schuver te beschouwen als een cold case, een mogelijke moordzaak uit de negentiende eeuw. Eentje die ik zou heropenen en oplossen.”
Dat ze in het ongeordende en moeilijk bereisbare Soedan na ruim 120 jaar nog een spoor hoopt te ontdekken om de zaak op te lossen, getuigt op zijn minst van overmoed. Dat strookt ook wel met de zorgeloosheid, zo niet roekeloosheid, waarmee ze door dit land met een negatief reisadvies trekt: alleen, met een tentje en een bh gevuld met duizenden dollars, vertrouwend op een toevallige reeks gidsen en begeleiders die haar van hot naar her vervoeren. Ze beschrijft haar avonturen levendig en gedetailleerd, wat leuk lezen is maar ook hoofdschuddend: meisje, waar ben je in godsnaam aan begonnen. Als ze op een gegeven moment niet schroomt om tegen ieder advies in oorlogsgebied binnen te trekken, begint ze dat zelf ook te denken: waar ben ik mee bezig? Is dit flirten met de dood?
Op dat punt kantelt haar verhaal. Haar confrontaties met de dood in de Soedan brengen steeds vaker een eigen traumatische en diep weggestopte ervaring van dertien jaar eerder naar boven: de dood van haar achtjarige zusje als gevolg van een verkeersongeluk. Naarmate de reis vordert, begint ze de greep op haar geest geleidelijk te verliezen. Eenmaal terug in Amsterdam raakt ze in een psychose – zo is ze ervan overtuigd dat de oplossing van Schuvers dood te vinden is in de eenentwintig pakjes Liptonthee die ze koopt – en belandt bij een psychiater. De diagnose, een bipolaire stoornis, werpt een ander licht op de overmoed en zorgeloosheid waarmee ze zich in haar avontuur stortte.
De Nijl in mij is een verhaal met verschillende ingrediënten: de onbekende Schuver, een reisverslag en een verslag van waanzin. Een kanttekening is het gebrek aan evenwicht tussen de ingrediënten. Het reisverslag – de ongemakken, wederwaardigheden en ontmoetingen – krijgen zoveel ruimte dat beide andere verhalen in de verdrukking raken. Wie was die Schuver nou precies in wiens voetsporen we meereizen? Waar berust Van der Bij’s fascinatie op? Ze geeft links en rechts brokjes informatie die een ruwe schets opleveren, maar een rondje googelen leert je al snel meer. Tegelijkertijd komt het verslag van haar groeiende waanzin pas laat in het boek echt op gang. Dat neemt allemaal niet weg dat Van der Bij’s vertelling zonder meer boeiend is.
Fleur van der Bij: De Nijl in mij – Een ontdekkingsreis naar het hart van de waanzin
AtlasContact; 240 pagina’s; € 19,99
ISBN 9789045035147